Klaasje Wieman

De moeder van Willem heet Klaasje Wieman. Er is een portretfoto van haar die laat zien dat ze een mooi, karakteristiek gezicht heeft, lang en met een grote neus. Het is een gezicht zoals Willem heeft, en Gerard en zijn broers, een gezicht dat wij achterkleinkinderen een echt Mazengezicht vinden en dat nu een echt Wiemansgezicht blijkt te zijn. IMG_0264

Klaasje is geboren in 1854 in Zaandam. Haar vader Willem Wieman, komt uit een Zaanse koopmansfamilie. Zelf is hij tapper en hij heeft een kroeg bij de Dam. Ongetwijfeld werkt zijn vrouw Grietje Visser daar mee en Klaasje later ook, net als haar oudere broer Willem. Hier kan ze Jan Maas hebben leren kennen, een drinkebroer en bezoeker van haar vaders kroeg.

Op haar 21e trouwt Klaasje met Jan die dan 25 is en de dienstplicht achter zich heeft. Het is 31 januari 1875. Klaasje krijgt met Jan 8 kinderen, waarvan de tweede, Hendrik,  binnen enkele maanden sterft. Het zijn Grietje (1876), Willem (19-5-1879), Eefje (1880), Neeltje (1884), Hendrik (1886), Maria (1888) en Trijntje (1893). Ongetwijfeld zijn er miskramen geweest , bijvoorbeeld tussen Eefje en Neeltje en zeker tussen Maria en Trijntje. Bij haar eerste bevalling is Klaasje 22 en bij haar laatste 39 jaar.

Wanneer Jan aangifte van geboorte doet voor de oudste kinderen, zijn de getuigen Klaasjes stiefvader Johannes Spijkhoven, tapper, met wie haar moeder Grietje Visser is hertrouwd, en haar broer Willem Wieman Janszoon, winkelier, 31 jaar. Het huwelijk van Klaasje zal geen makkie zijn geweest, maar ze is wel wat gewend in de kroeg van haar vader en een willig slachtoffer van de vaak dronken en dan geweldadige Jan zal ze niet geweest zijn. Daarvan getuigen de  volgende 2 optredens van Klaasje bij de politie van Zaandam. Op 2 januari 1879, ruim 4 maanden zwanger van Willem, doet ze aangifte tegen ene Willem Schol:

‘Klaasje Wieman, gehuwd aan Jan Maas, oud 25 jaar, zonder beroep, wonende op het Prinsen-pad alhier, verklarende dat heden morgen omstreeks negen uur, zij zich bevond in de woning van haar moeder Grietje Visser, thans gehuwd met Jan Spijkhoven, kastelijn achter de Dam, alhier. Dat in die woning de dienstmeid Maartje Thesing, die buiten vergunning een dag en een nacht was weggebleven, werd weggezonden waaraan de meid niet vlug voldeed, dat die meid vergezeld was van een jongeman en deze laatste een klap gaf op haar, Klaasje, die vier maanden zwanger is, los kwam en haar met de vuist bij herhaling slagen tegen haar hoofd aanbracht en gevolge waarvan zij is flauw gevallen en haar hoofd pijn doet. Dat Spijkhoven voornoemd er tussen is gekomen, welke tegelijk binnen getreden, al het bovenstaand bevestigd. opgevende 56 jaar oud te zijn, onder bijvoeging van de aanklacht zijnerzijds dat hij toen van die persoon stoten in het gezicht ontving, welke mishandeling door Klaasje Wieman wordt bevestigd, waarop die persoon en de meid met geweld de deur zijn uitgezet. De bovengenoemde Schol bekende op tijd en plaats de vrouw van Jan Maas maar niet Spijkhoven te hebben geslagen en dat hij de deur is uitgegooid en ook klappen heeft ontvangen, dat hij de vrijer van Maartje Thesing is, bovengenoemd.’

En wat te denken van volgende mishandelingszaak dd. 3 mei 1888 bij de politie van Zaandam: ‘Voor de commissaris van politie te Zaandam. verschijnt heden 3 mei 1888 Klaas Kok, 24 jaar, venter, wonende op het Fransche pad alhier verklarende dat op 30 april ll des middags circa halfacht, hij woorden kreeg op het erf door hem gemeenschappelijk gebruikt wordende met de vrouw van Jan Maas, zij wonende naast elkander, welke vrouw hem bespotte omdat hij huishoudelijke werkzaamheden –een vloerkleed boenen- deed, dat die vrouw tot haar man Jan Maas riep “Jan, hij wil mij slaan”. Dat daarop die Jan Maas uit zijn woning kwam en op comparant aanlopende  zonder iets te zeggen met de hand in het gezicht slog, eerst op de ene en toen op de andere wang, hebben comparant in ’t geheel twee klappen ontvangen, tengevolge hij is gevallen op een hekje van dat erf en hij op dat ogenblik pijn voelde. maar geen verder letsel had, dat Maas in zijn woning is gegaan. Hetgeen alles is gezien en waargenomen door de tevens aangetreden getuigen.’

Mij, feministe, valt het tegen van Klaasje dat ze een man bespot omdat hij huishoudelijk werk doet. Haar stoere Jan zal dat zeker nooit gedaan hebben. En ik vind het kwalijk dat ze daarna haar man opstookt en een vechtpartijtje uitlokt door te gillen ‘Jan, help me’. Nee, ik bewonder haar wel, maar in mijn ogen speelt ze hier geen sympathieke rol.

 

Klaasje Wieman is vanaf 1922 weduwe, ze is dan 68 jaar. In het schrift van Willem komt ze een enkele keer voor: op 25 feb 1931 komt ze op bezoek voor de 13e verjaardag van haar kleinzoon Klaas. Haar schoondochter Mina leeft nog, maar is dan al ernstig ziek. In datzelfde jaar 1931  schrijft Willem hoe ‘mijn oude moeder’ op 24 november uit haar huisje aan het Pantepad moet, waar ze 45 jaar heeft gewoond. Ze gaat naar het Bejaardenhuis. Daar woont ze nog een aantal jaren en ze overlijdt op 15 mei 1938 ‘mijn lieve, goeie Moeder’. Ze is, zegt Willem, 86 geworden. Hij vergist zich 2 jaar, ze is dan 84. Op Willems verjaardag, 19 mei, wordt ze begraven.

Dit bericht delen

Eén reactie:

  1. Wat een mooi inkijkje in onze familie weer. Ik ben erg benieuwd, Ank, hoeveel van deze verhalen te vertellen zijn.
    En inderdaad niet mooi van Klaasje om haar buurman te bespotten, maar het zegt wel iets over de tijdgeest. De mannen waren toen duidelijk de macho’s.
    Klaasje moet wel een sterke vrouw zijn geweest, fysiek en daar heb ik zeker wel van ge-erfd. Ik vertelde van de week dat ik me vaak zo stoer voel wanneer ik door de stad fiets. Ik haal met mijn grijze haren erg veel mensen in! Joepie.

Reageren is niet mogelijk